Skip to main content

Veelgestelde vragen: VRE-bacterie

Hier vindt u antwoorden op de meest gestelde vragen over de VRE-bacterie.

NB: Voor meer informatie over VRE in uw specifieke ziekenhuis, verwijzen wij u graag door naar de website van de desbetreffende zorginstelling.

Wat is een VRE-bacterie?

VRE staat voor Vancomycine Resistente Enterokok. De VRE-bacterie is een multiresistente enterokok, dat betekent dat deze bacterie ongevoelig (resistent) is voor het antibiotica vancomicyne. Van nature komen enterokokken voor in de darmen.

Waar komt de VRE-bacterie vandaan?

VRE-stammen circuleerden sinds de jaren ’90 in Europa vanwege het gebruik in de veeteelt van een antibioticum (Avoparcine), verwant aan Vancomycine. Een EU-verbod op het gebruik van dit middel leidde tot een sterke afname van VRE’s in Europa. In de VS komen nog steeds veel VRE’s voor op de Intensive Care afdeling. In Nederland zijn ook al eerder verspreidingen van VRE geweest, vooral op ziekenhuisafdelingen met een hoog vancomycine gebruik.

Er wordt ook wel gesproken over de minder gevoelige ziekenhuisbacterie. Wat betekent dat?

Minder gevoelig betekent dat de bacterie moeilijker te behandelen is met gangbare antibiotica. Ziekenhuisbacterie is een verzamelnaam voor bacteriën die vaak infecties geven bij patiënten in het ziekenhuis. Ze komen veel voor in een ziekenhuisomgeving, waar ze met veel antibiotica gebruik en zwakke patiënten, goed gedijen.

Wat doet de VRE-bacterie dan?

Bij gezonde mensen doet deze bacterie niets. Voor mensen die een infectie hebben, bijvoorbeeld aan de urinewegen, is hij ook niet gevaarlijk, maar wordt behandeling wel bemoeilijkt doordat de gangbare antibiotica niet goed werken. Er moet dan gebruik gemaakt worden van andere antibiotica, die moeilijker toe te dienen zijn of veel bijwerkingen veroorzaken.

Kun je VRE ergens aan herkennen, bijvoorbeeld koorts of diarree?

Nee, als je de bacterie in de darm bij je draagt, geeft deze geen klachten. Pas wanneer de VRE op een plaats in het lichaam komt, waar hij van nature niet hoort, kan hij klachten geven. Een voorbeeld hiervan is een blaasontsteking; deze kan optreden wanneer de VRE onverhoopt in de blaas terecht komt.

Wat als je een beetje verzwakt bent, bijvoorbeeld door een griep? Is VRE dan gevaarlijk?

Nee, het betreft eigenlijk vooral mensen met ernstig onderliggend lijden, die bedlegerig zijn of al in het ziekenhuis of verpleeghuis liggen.

Is de VRE-bacterie gevaarlijk voor zwangere vrouwen en/of het ongeboren kind?

Nee, de VRE-bacterie is niet gevaarlijk voor zwangere vrouwen en/of het ongeboren kind.

ls uit onderzoek blijkt dat ik drager ben van de VRE-bacterie. Wat dan? Hoe kom ik er weer vanaf?

Als u gezond bent, zal de VRE-bacterie op natuurlijke wijze weer verdwijnen uit het lichaam. Dit kan tussen de paar weken tot een jaar duren. U hoeft hiervoor geen medicijnen in te nemen of een behandeling te krijgen. Om te voorkomen dat u de bacterie verspreidt en eventueel ernstig zieke patiënten besmet, dient u goede hygiëne in acht te nemen (handen wassen na toiletgebruik). Als u drager bent van de VRE-bacterie heeft dit alleen gevolgen bij opname in een ziekenhuis/verpleeghuis of intensief contact met ernstig zieke mensen. In de thuissituatie is de VRE-bacterie geen probleem.

Hoe lang duurt het tot de bacterie uit mijn lichaam is verdwenen?

Er is helaas nog niet veel bekend over hoelang patiënten de bacterie bij zich blijven dragen. De schatting is dat dit per patiënt wisselt en het tussen enkele weken tot jaren kan duren. Het is niet mogelijk om de dragerschapduur te verkorten door een behandeling.

Hoe verspreidt deze VRE-bacterie zich?

De bacterie verplaatst zich door direct contact (handen) of via voorwerpen. De bacterie verplaatst zich niet door de lucht. Wij adviseren iedereen na toiletbezoek goed de handen te wassen.

Vormt VRE in de thuissituatie een probleem?

In de thuissituatie vormt de VRE geen probleem. Wanneer u (mogelijk) drager bent van de VRE en u thuis wijkzorg of fysiotherapie krijgt, dan raden wij u wel aan deze zorgverleners te informeren, zodat zij hun maatregelen kunnen nemen om eventuele besmetting van andere patiënten te voorkomen. U hoeft verder geen bijzondere maatregelen te treffen.